Afstand : 150 km
Tijd : 6 uur
Route : Funchal - Ribeira Brava - Ponta do Sol - Calheta - Prazeres - Paúl do Mar - Ponta Pargo - Achadas da Cruz - Bica da Cana - Encumeada - Funchal
Deze mooie autotocht gaat helemaal langs de zonnige zuidwestkust. De wegen zijn prima en je hebt de keus om over de oude pittoreske kustweg te rijden, waar soms de watervallen over de weg stromen of je neemt de ‘’Via Rápida’ (snelweg). Maar dan mis je wel de mooiste plekjes! De kustweg kronkelt langs de zee, gaat door tunnels en watervalletjes en is rustig om te rijden.
We rijden via de snelweg naar Ribeira Brava, voor de eerste stop. Het is een klein dorpje, ingeklemd tussen de bergen en het dankt zijn naam aan de ‘woeste’ (‘brava’) rivier, die al jaren droog staat. Het heeft een lang strand en een promenade die in 2004 geopend is.
We rijden verder langs de kustweg, door de plaats met de meeste zonuren van Madeira: Ponta do Sol. De weg gaat verder richting Calheta, waar sinds een paar jaar een kunstmatig zandstrand ligt. Het zand komt uit Afrika, iets waar de meeste Madereinsers niet blij mee waren. Was het zand op hun eigen Porto Santo niet goed genoeg? Er gingen ook wilde geruchten dat heel veel mensen uitslag kregen na een dagje op het ‘buitenlandse’ zand.
Hierna rijden we verder naar Prazares, waar we echt een schitterend uitzicht hebben over Paúl do Mar en Jardim do Mar! De dorpjes liggen 600 meter lager. Het uitzicht op de steile kliffen die prachtig afsteken tegen de azuurblauwe zee is adembenemend…
We rijden verder over het slingerende weggetje naar Ponta do Pargo, het meest westelijke plaatsje op Madeira. Eind van de week is hier feest, want ze zijn druk bezig met het versieren van de straatjes. Vroeger hingen ze slingers van echte bloemen op, tegenwoordig hebben ze plastic bloemetjes…..
We volgen de wegwijzer naar de vuurtoren. Van hieruit moet je een mooi uitzicht hebben op zowel de noordwestkust als de zuidwestkust. Intussen komen we langs de vuurtoren. Goh, ik had toch echt gedacht dat hij groter zou zijn…
We zien de vuurtoren al en het lijkt net of de weg in zee eindigt. We stappen uit bij het ‘miradouro’ (uitkijkpunt) en genieten van het uitzicht en de frisse zeewind.
Na een korte stop gaat de reis verder naar Achadas da Cruz, waar we doorrijden naar de kabelbaan. De cabines gaan echt steil naar beneden, brrr... Diep onder ons liggen stukken land, waar de boeren hard aan het werk zijn terwijl de golven tegen de rotsen beuken.
Voor hun is de kabelbaan een uitkomst. Wij slaan het ritje over en rijden het binnenland weer in.
Bij een picknickplaats stoppen we voor de meegebrachte lunch. Op bijna alle picknickplaatsen op Madeira vind je barbecues, waar je gebruik van kunt maken en we hebben bijna spijt dat we geen lekker vlees bij ons hebben. Als we net zitten te eten, schuift er een Madeirense familie aan. Ze pakken de koelboxen uit, gaan hout halen in het bos en steken dan de bbq aan. Ze vragen of we mee willen eten of een glas wijn willen hebben. Leuk, die gastvrijheid! We bedanken ze en zeggen dat we nog een eindje moeten rijden. Na afscheid te hebben genomen stappen we weer in de auto.
Je merkt dat de weg stijgt en algauw zitten we boven de 1000 meter. We gaan richting de hoogvlakte Paúl da Serra en de temperatuur daalt. De wolken komen langzaam op en kruipen voorzichtig over de weg.
Bij Bica de Cana stappen we uit, voor een korte wandeling vanaf de berghut. We lopen een stuk richting de rots Pináculo, die nog goed te zien is. Vanaf hier kan je het enige rechte stuk weg van Madeira goed zien liggen.
Hoe hoger we komen, hoe bewolkter het wordt. De Pináculo is nu nauwelijks nog te zien; de omgeving erachter zit verscholen in de wolken.
Als er een gat in de bewolking valt, zien we nog net São Vicente liggen….
Voordat het helemaal dichttrekt, rijden we verder naar het uitkijkpunt ‘Lombo do Mouro’. We kunnen nog net een foto maken van het diepe dal onder ons, voor de wolken ons het uitzicht wegnemen.
De Encumeadapas laten we voor wat het is, het is veel te bewolkt dus we rijden verder richting het zuiden. Hoe dichter we bij de kust komen, hoe zonniger het wordt. De bewolking hangt alleen nog boven de bergen: iets wat typerend is voor Madeira.
We genieten nog even van het mooie uitzicht op de bergen om ons heen, voordat we doorrijden naar het drukke Funchal.