Autotocht: Sierra Nevada

Afstand  :288 km

Tijd         :7,25 uur

Route    :Torrox - Salobreña - Granada - Sierra Nevada - Prado Llano - Sierra de Almijara - Otivar –

                Almuñécar - Torrox


(Misschien een routekaartje erbij maken?)

Deze autotocht gaat naar de Sierra Nevada: de bergen van het Spaanse vasteland. Toen we deze route reden, zaten we in Torrox, dus het was een behoorlijk eind rijden. Het eerste stuk, tot aan Salobreña gaat over de drukke kustweg. Vanaf daar ga je het binnenland in en neem je de (snel)weg naar Granada. Granada zie je vanaf de snelweg liggen: een grote stad in een wolk van smog.

Het Alhambra laten we voor wat het is – we zijn er jaren geleden al geweest en het is prachtig! – en we nemen de zuidelijke ringweg naar de Sierra Nevada Dan verlaten we de snelweg en vervolgen we de weg over langzaam omhoog kronkelende weggetjes. De eerste stop is bij het Embalse de Canales (stuwmeer). De vergezichten zijn hier al mooi en het meer ligt te schitteren in de zon.

Na een bezoekje aan het bezoekerscentrum rijden we verder tot een beginpunt van een wandeling. We gaan even de benen strekken en lopen naar een uitkijkpunt op de Pico de Alcazaba (3371 m). In dit gedeelte vind je trouwens vier bergtoppen boven de 3000 meter! We lopen niet te ver, want alles wat je hier daalt, moet je ook weer omhoog en het is vandaag echt verschrikkelijk warm!

De tocht gaat verder naar het verlaten skidorp, Prado Llano. De olijven- en amandelbomen maken plaats voor kale rotsen en hellingen met pijnbomen. De weg is bijzonder goed en erg breed. Hij is in 1996 aangelegd voor het wereldkampioenschap alpineskiën.


Het is erg moeilijk om je voor te stellen dat hier het grootste deel van het jaar sneeuw ligt. Je ziet de skipiste, de skiliften, maar toch. Het dorp ligt op 2075m hoogte. Vanaf hier heb je een schitterend uitzicht op de op één na hoogste berg, de Veleta (3398 m). Ooit willen we daar nog bovenop staan!Inderdaad: in 2006 hebben we op de top van de Veleta gestaan. Weliswaar hebben we de ‘makkelijke’ toer gedaan en niet 800 meter geklommen, maar slechts 290 meter en dat was al pittig genoeg op die hoogte…….

We rijden een stuk verder, om nog dichter bij de Veleta te komen. Hier vind je allerlei cafeetjes en après-ski hutten, heel apart. Als souvenirs verkopen ze sleetjes, handschoenen en nog meer wintersportachtige dingen…. Het is hier op deze hoogte wel iets kouder dan beneden in het dal, maar sneeuw? Volgens de vele foto’s die er hangen, ligt er toch echt wel eens sneeuw. Vanaf hier kun je vrij makkelijk naar de Veleta lopen, te voet of te paard. Het lijkt ook zó dichtbij…. We besluiten om richting het Mariabeeld te lopen, want naar de Veleta kost je uren: je moet dan 800 meter klimmen.

Na een klein klimmetje hebben we een nóg mooier uitzicht op de Veleta. Het is een echte berg: spits toelopend met een echte top.

We eten nog even een bocadillo jamon serrano en dan stappen we weer in de auto. Het is nog een eindje rijden, terug naar het hotel. Na veel kronkelweggetjes bereiken we de snelweg naar de kust, om die vervolgens snel weer te verlaten bij afslag 144. Hier kronkelt de smalle weg zich tussen de olijfboomgaarden heen. 

De autotocht gaat nu door de Sierra de Almijara; een bizar gevormd landschap. De smalle weg slingert langs steile kliffen. De omgeving is een soort maanlandschap, met woeste heuvels en diepe dalen. Na iedere bocht wordt het uitzicht nóg verrassender.

Aan de rechterkant ligt de Sierra de Almijara en aan de linkerkant de Sierra del Chapparal. De weg blijft kronkelen, maar gaat nu omlaag. We rijden nu een dal in, door ontelbare bochten. Je kunt de weg die we moeten rijden diep in het dal zien liggen. 

Na een laatste stop rijden we door Otivar naar Almuñécar, waar we volgens onze gids een mooi aquaduct moeten zien liggen. Nou, van alles gezien, maar geen aquaduct! Hierna komen we weer op de kustweg en rijden we naar Torrox.


Share by: